woensdag 31 augustus 2016

Alweer een activist - Kees Schaepman














Ieder jaar in de vastentijd verscheen er een hongerdoek in de klas. De grote plaat in kleur van de gekruisigde Jezus was altijd afkomstig uit het land waar het doel van de vastenactie van dat jaar zich bevond. Meestal was dat een land in Afrika of Latijns-Amerika, al meen ik me te herinneren dat ook India een keer aan de beurt was. Door een verkleining van de plaat over te trekken, was van het hongerdoek een kleurplaat gemaakt. De onscherpe kopie op A4-formaat moest met potlood worden ingekleurd. Aan het eind van de ochtend werd een vastenzakje mee naar huis gegeven. Thuis stond in een vensterbank een hele verzameling Afrikaans houtsnijwerk en Latijns-Amerikaans keramiek opgesteld. Ongetwijfeld ooit aangekocht voor het goede doel of misschien gekregen van een oom die missionaris was. Ik herinner me niet dat ik zo'n verzameling ooit ben tegengekomen in een boek, blad of televisieprogramma, maar ik heb er in mijn jeugd heel wat gezien. Niet alles wordt voor de eeuwigheid vastgelegd en veel gaat verloren met het verstrijken van de tijd. 

Waarom moet ik nu aan al deze dingen denken? In het boek Alweer een activist van Kees Schaepman komen ze niet aan de orde en toch wordt mijn geheugen geprikkeld. Het zou me namelijk niet verbazen als mijn onderwijzers uit die tijd wel eens een artikel van Schaepman over sociale bewegingen in ontwikkelingslanden onder ogen hebben gehad. En anders hebben ze er wel iets van op televisie gezien, want televisieredacties hebben altijd graag onderwerpen uit weekbladen gehaald. Schaepman vermeldt overigens dat hij in het verleden heel wat scholen heeft bezocht om lessen maatschappijleer te geven. Ik herinner me uit mijn kindertijd nog wat voor stemming de televisie opwekte als het ging over misstanden in een Afrikaans of Latijns-Amerikaans land. Wat konden presentatoren van actualiteitenrubrieken dan ernstig kijken en praten. 

Alweer een activist is het relaas van een gepensioneerde journalist die terugkijkt op zijn loopbaan die activistisch begon en zich gaandeweg in een andere richting bewoog. Op de barricade voor Vrij Nederland luidt de ondertitel. Schaepman vertelt over Vrij Nederland niets nieuws. Het blad bood hem unieke kansen om zich te ontwikkelen, maar het was ook een slangenkuil. De beschrijvingen die hij geeft van hoofdredacteuren Rinus Ferdinandusse en Joop van Tijn komen overeen met wat ik in andere boeken over hen heb gelezen. Het is achteraf trouwens  een wonder te noemen dat Schaepman voor VN naar het buitenland mocht, want Ferdinandusse vond dat eigenlijk te duur en was van mening dat de focus moest liggen bij onderwerpen die aanzetten tot rumoer en vragen in de Tweede Kamer. Hij was, zoals we weten, niet de enige hoofdredacteur met een overmatige belangstelling voor Binnenhofse futiliteiten. Alweer een activist is aan hem opgedragen.

Schaepman voert de lezer vlot langs allerlei verschijnselen waar hij ooit over heeft geschreven: krakers, ontwikkelingshulp, verslavingszorg, de stadsvernieuwing en de milieubeweging. Het wordt niet zonder ironie beschreven. Het probleem met al die ironie en wijsheid achteraf is dat de lezer niet weet wat Schaepman destijds allemaal precies heeft beweerd. Er wordt niet of nauwelijks geciteerd uit artikelen van toen en daarom komt de verandering van activisme naar scepticisme niet helemaal goed uit de verf. Het wordt zelfs niet eens goed duidelijk waarom Schaepman ooit activist is geworden. Het lijkt allemaal vrij toevallig op hem af te komen. Was het wel echt gemeend? Had al dat verzet ook andere oorzaken? Ik moest bij het lezen voortdurend denken aan wat ik schreef over de eerder dit jaar verschenen geschiedenis van Vrij Nederland: het lijkt wel of veel mensen die daar werkten hun puberteit aan het verlengen waren. Schaepman vertelt hoe hij als jongen voorgoed van school werd verwijderd, maar daar bleef het kennelijk niet bij. Diverse keren komt de irritatie jegens gezag ter sprake: het zijn misschien maar kleine voorbeelden, maar Schaepman is ze na meer dan veertig jaar nog niet vergeten. Dwarsliggen is echter niet altijd hetzelfde als kritisch zijn.

Naarmate het boek vordert, neemt de ironie merkbaar af. Zo lezen we op bladzijde 99 opeens:
Vrouwen kunnen zo doorzeuren.
Ik krijg als lezer niet het idee dat Schaepman dit ironisch bedoelt. 

Alweer een activist gaat, anders dan de ondertitel suggereert, niet alleen over Schaepmans tijd bij Vrij Nederland. Ook wat hem daarna overkomt wordt in het boek vermeldt. Zeer herkenbaar voor mij is wat Schaepman aantreft in het hoger onderwijs wanneer hij daar rond de eeuwwisseling werkzaam is: afwezig management, gebrek aan eigenzinnigheid en desinteresse bij heel wat studenten.
Het liefst zou ik de helft van de docenten en de helft van de studenten naar huis sturen om met de gemotiveerde overblijvers een nieuwe opleiding op te zetten.
Ik ben opgegroeid met verhalen van familieleden van een vorige generatie waarin vaak terugkwam hoe verschrikkelijk het was geweest dat ze niet ‘verder hadden mogen leren’. Enige decennia later mag iedereen verder leren en blijken er opeens opleidingen te bestaan waar de helft van de studenten niet gemotiveerd is. Is dat wat sommige mensen ‘sociale vooruitgang’ noemen? Schaepman beschrijft een lesgroep journalistiek waarin een studente zich laat ontvallen eigenlijk niet zo geïnteresseerd te zijn in journalistiek. 
Maar ze wil graag ‘iets met televisie doen’.
In welke televisieredactie zou zij uiteindelijk terecht zijn gekomen om onderwerpen uit weekbladen te halen? Schaepman houdt het er anderhalf jaar uit. De korte beschrijving van zijn periode in het hoger onderwijs bevat geen enkele ironie, maar misschien moet dat ook niet van hem verwacht worden. Wellicht komt er vroeger of later iemand uit de managerskaste van de jaren negentig tevoorschijn die op even ironische wijze de heldendaden van zijn beroepsgroep beschrijft. Hopelijk wel met citaten uit de beleidsnota’s en notulen.

Al met al bezorgde Alweer een activist me een aardige leeservaring, maar dat kwam niet zozeer door wat het boek te melden had, maar meer door wat het bij mij in herinnering bracht. Dat mag ook wel eens een keer.

Kees Schaepman
Alweer een activist
Op de barricade voor Vrij Nederland

143 bladzijden
Walburg Pers 2015

Geen opmerkingen:

Een reactie posten