zondag 25 oktober 2020

Das Leben der Dinge - Remo Bodei














Das Leben der Dinge
van de Italiaanse filosoof Remo Bodei is een mooi uitgegeven boekje dat geschreven werd vanuit het verlangen om aandacht te vragen voor de vergeten eigenschappen van de dingen om ons heen. Op grond van culturele noties en persoonlijke voorkeuren hebben we doorgaans alleen oog voor wat direct voor ons van belang is en daardoor verwaarlozen we talloze eigenschappen van de dingen die ons omringen. Het vergt oefening en fijngevoeligheid om de vanzelfsprekendheid van dingen achter ons te laten en hun waarde en betekenis in al hun complexiteit te bevatten.

Speciaal voor de Duitse vertaling schreef Bodei een sympathiek nawoord waarin hij zijn oorspronkelijke tekst nog eens overdenkt. Bescheidenheid en welwillendheid zijn kenmerkend voor de auteur: hij formuleert voorzichtig,
 oordeelt genuanceerd en wordt nergens stellig. Verder is hij zeer belezen en weet hij veel kennis over te brengen in een beknopte stijl. Hij put niet alleen uit de geschiedenis van de filosofie, maar ook uit het werk van literaire schrijvers als Fernando Pessoa, Jorge Luis Borges en Francis Ponge. Vooral over de keuze voor die laatste ben ik enthousiast, al vind ik het opmerkelijk dat hij niet wordt genoemd in een hoofdstuk  over kruiken. Tussen de citaten van filosofen als Georg Simmel en Ernst Bloch hadden een paar regels uit de mooie, korte tekst die Ponge ooit over kruiken schreef niet misstaan.

dinsdag 28 april 2020

Gedichten - Carl Friedman



Onlangs overleed schrijfster Carl Friedman. Ze genoot vanaf het begin van de jaren negentig bekendheid met boeken en columns waarin het Jodendom en de nasleep van de Sjoa centraal stonden. Hierdoor dachten velen dat Friedman een Joodse achtergrond had. Zelf sprak ze dit ook nooit tegen en liet ze fragmenten uit een van haar boeken opnemen in een Amerikaanse bundel met teksten van nazaten van Sjoa-overlevenden. 

In 2005 werd echter bekend dat Friedman helemaal niet Joods was en in werkelijkheid Carolina Klop heette. Friedman bleek de achternaam van haar Joodse ex-man te zijn. Haar bedrog werd haar door verschillende schrijvers kwalijk genomen. Mevrouw Klop reageerde niet op de kritiek, maar stopte wel met publiceren. Haar oude werk trok ze echter niet terug en haar in literaire kringen hooggeschatte uitgever bleef het herdrukken onder de naam Carl Friedman. Opmerkelijk voor een man die anderen dikwijls de maat nam als het ging om literaire integriteit.

Kort voor haar overlijden bleek mevrouw Klop toch nog iets gepubliceerd te hebben. Niet bij haar oude uitgever, want die is inmiddels in ruste, maar bij de bibliofiele uitgeverij de Korenmaat. In een oplage van negentig (en tien luxe) gesigneerde exemplaren verscheen een doosje met vier dichtbundeltjes met elk een tekening van Ronald Ruseler. Net als in haar andere werk spelen in deze poëzie de oorlog en de nasleep ervan een belangrijke rol. Het zijn conventionele gedichten waarin het rijm niet wordt vermeden. De beeldspraak is niet altijd even gelukkig: zo wordt het voormalige vernietigingskamp Auschwitz vergeleken met een schaakbord na het beëindigen van een partij, terwijl er daar nooit een strijd heeft plaatsgevonden die ook maar enigszins met gelijke middelen kon worden gevoerd.