woensdag 10 maart 2021

Brieven aan Jos - Carl Friedman














In navolging van haar gedichten verscheen bij de bibliofiele uitgeverij de Korenmaat opnieuw een uitgave van de vorig jaar overleden Carl Friedman: Brieven aan Jos. De oplage bedroeg weer honderd exemplaren en ook voor deze uitgave maakte kunstenaar Ronald Ruseler een tekening.

Friedman leerde Jos den Bekker kennen toen ze nog als Carolina Klop studeerde in Antwerpen. In zijn inleiding bij de brieven schrijft Den Bekker dat hij tot de uitgave kwam omdat hij wilde laten zien hoe goed Klop destijds al schreef. Daar valt wel wat op af te dingen, want zo indrukwekkend zijn Klops brieven niet. Bijzondere beschrijvingen of interessante ideeën bevatten ze nauwelijks. Ze stoten zelfs een beetje af vanwege de neerslachtige sfeer die er altijd lijkt te zijn, ongeacht de omstandigheden. Klop vermeldt wel de troost die ze vindt in de literatuur en ze beschrijft onder meer een reis die ze maakt naar het voormalige concentratiekamp Sachsenhausen waar haar vader gevangen zat, haar werk op een krantenredactie, haar huwelijk met de Amerikaanse Jood David Friedman, de geboorte van hun zoon en hun echtscheiding.

Wat vooral opvalt aan deze brieven is hoe Klop voortdurend heen en weer wordt geslingerd tussen tegenstrijdige emoties. Het is duidelijk dat ze al heel vroeg literaire ambities heeft, zowel op het gebied van het proza als op dat van de poëzie. Tegelijkertijd is ze vreselijk onzeker over wat ze schrijft en gooit ze op een gegeven moment al haar werk weg, om vrijwel onmiddellijk daarna weer verder te gaan met schrijven. Het zou dus kunnen dat het gedicht Het kind alleen bewaard is gebleven omdat ze het aan Jos den Bekker stuurde. Het is bijna griezelig hoe dit gedicht aan het begin lijkt te staan van een ontwikkeling die eindigde met het bizarre en rancuneuze gedicht Buitenstaander dat vorig jaar verscheen. Klop schreef het in 1978 toen ze in verwachting was van haar zoon.

Waar jij je eisen stelt,
verwaait geen as.
Geen vuist kan je in Nacht und Nebel binnen.

Ver van geweld,
blind voor sterren en steen,
zul je de oude doden naamloos overwinnen.

Lebensraum. Je groeit, je zwelt,
bestaat alleen.

Wie sprak er daar van gas?
Er sprak er geen…
Dies ist die neue Welt:
voor jou zal de geschiedenis verwonderd herbeginnen.

Veel van de elementen die in haar latere gedichten een rol zouden gaan spelen zijn hier al aanwezig en het is duidelijk dat Klop de geboorte van haar kind nadrukkelijk in verband brengt met de herinnering aan het verzet en de Jodenvervolging. De buitenwereld zou haar pas in 1984 gaan associëren met deze thema’s toen ze onder de naam Carl Friedman met vijf gedichten debuteerde in het literaire tijdschrift Maatstaf. Een krant die het nummer  besprak had het over “gedichten waardoor de schaduwen van de oorlog en de Jodenvervolging spoken”. Het was Klop gelukt om niet alleen als auteur, maar ook om als personage te debuteren.


Serieuze pogingen om Joods te worden lijkt ze niet te hebben ondernomen. In een interview liet ze zich bovendien zeer afwijzend uit over religie. Wat haar moet hebben aangetrokken is dat er naast de Joodse religie ook nog een niet-religieuze Joodse cultuur bestaat waaruit ze zonder zich te bekommeren om voorschriften en tradities kon plukken wat in haar kraam te pas kwam. Het moet haar een houvast hebben gegeven in haar onevenwichtige bestaan en tegelijkertijd het vooruitzicht hebben geboden om in de literaire wereld voet aan de grond te krijgen.

Haar huwelijk met David Friedman was toen ze debuteerde al beëindigd en de briefwisseling met Jos den Bekker kwam tot stilstand. De laatste brief in dit boek dateert van 1983. Den Bekker schrijft in zijn inleiding dat zijn contact met Klop rond de eeuwwisseling weer op gang kwam, maar over het jaar 2005 (toen Klop ontmaskerd werd) zegt hij niets. Wist hij niet dat ze loog over haar Joodse afkomst? Of wist hij het wel en zweeg hij erover? De ontmaskering heeft in ieder geval niet geleid tot een breuk met Klop en blijkbaar ook niet tot een herziening van hun vroegere correspondentie. Het is illustratief voor de wijze waarop een deel van Klops omgeving met haar is omgegaan. Het einde van de kwestie is bovendien nog niet in zicht: haar vaste uitgeverij Van Oorschot heeft inmiddels aangekondigd later dit jaar haar verzameld werk uit te brengen.


Alsof er helemaal niets gebeurd is.

Carl Friedman
Brieven aan Jos
31 bladzijden
De Korenmaat 2020 

1 opmerking:

  1. Verhelderend maar daardoor wordt ook wel pijnlijk duidelijk dat het misschien toch minder indrukwekkend is allemaal. Verder vind ik dat het respectvol is geschreven in een prettig leesbare stijl.

    BeantwoordenVerwijderen