zondag 11 november 2018

De man die geen hekel had aan Joden - Chaja Polak














Je hebt soms van die dromen waarin alles wat je gewend bent langzaam van karakter verandert  terwijl op het eerste gezicht alles hetzelfde blijft. Alle vertrouwde voorwerpen staan nog op hun plaats, maar ze lijken er met een andere bedoeling te zijn neergezet en ze hebben hun oorspronkelijke functie verloren. Mensen zeggen plotseling het tegenovergestelde van wat ze vroeger hebben beweerd. Je probeert ze nog te benaderen zoals je gewend bent, maar ze begrijpen je niet meer. Je begint je meer en meer machteloos te voelen in een steeds vreemder wordende wereld. En dan, op het onheilspellende moment dat de vervreemding totaal is en je volkomen eenzaam bent, schrik je wakker. Maar wat gebeurt er als je niet wakker kunt schrikken omdat je het in werkelijkheid beleeft?

Schrijfster Chaja Polak lijkt zoiets te hebben meegemaakt toen ze in 2017 het boek Oorlogsouders van Isabel van Boetzelaer las. In dit boek wordt de vader van de schrijfster, de SS’er en rechercheur van de Sicherheitspolizei Willem van Boetzelaer, voorgesteld als een naïeve jongeman die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder invloed van zijn schoonfamilie de kant van de Duitse bezetter kiest en aan het Oostfront vecht. Later verricht hij opsporingswerk voor de Sicherheitspolizei in Den Haag, hoewel hij naar eigen zeggen geen hekel heeft aan Joden. Chaja Polak doorziet deze bewering onmiddellijk. Ze weet dat de zaak heel anders in elkaar zit. 

In 1944, ze is dan twee jaar oud, zit Polak met haar vader en moeder ondergedoken in Rijswijk. Het adres wordt verraden en haar ouders worden opgepakt door agenten van de Sicherheitspolizei. Omdat de agenten is verteld dat de onderduikers een zoontje hebben en omdat de onderduikmoeder doet alsof Chaja haar eigen kind is, worden alleen de ouders afgevoerd. Wanneer de agenten later terugkomen om hun fout te herstellen, is Chaja inmiddels elders ondergebracht. Ze zal haar vader nooit meer terugzien: hij sterft in het concentratiekamp Dachau. Jaren later hoort ze van haar moeder dat haar vader tijdens de arrestatie geen afscheid van haar nam om niet de indruk te wekken dat Chaja zijn dochter was. De verhalen die haar over deze cruciale dag zijn verteld zullen in de loop der jaren versmelten tot een monument van woorden. 

Wanneer Polak in 2017 Oorlogsouders leest, ervaart ze dat ze ongewenst in een spiraal terechtkomt die haar steeds dieper het verleden in zuigt. Tot haar verbijstering blijkt er namelijk een verband te bestaan tussen haar persoonlijke geschiedenis en het levensverhaal van Willem van Boetzelaer. In het boek leest ze de naam van een politieman die bij de arrestatie van haar ouders aanwezig is. 
Ik las over hem als de naaste medewerker van Willem van Boetzelaer, lid van het commando-Van Boetzelaer. En terwijl ik las maakte zich uit de vergetelheid diep in mij zijn naam los. Traag en log, maar niet meer tegen te houden, wrikte zich die omhoog naar mijn bewustzijn en ik herinnerde me weer hoe mijn moeder zijn naam uitsprak. Krom.

Krom, die haar en mijn vader heeft gearresteerd. En gemarteld. 
Maar het is niet alleen de persoonlijke geschiedenis van Chaja Polak die wordt binnengedrongen. Stap voor stap begint de werkelijke wereld te lijken op een boze droom. Zo krijgt ze te horen dat Isabel van Boetzelaer schoolklassen zou bezoeken om haar gemanipuleerde versie van de geschiedenis te vertellen en terloops ontdekt ze dat Van Boetzelaer is uitgenodigd door  Herinneringscentrum Kamp Westerbork om over Oorlogsouders te spreken. Wanneer Polak telefonisch contact zoekt met het centrum om de toespraak te voorkomen, ontstaat er een hallucinante situatie:
De medewerker sprak. Ze begreep me, zo zei ze het letterlijk, ‘ik begrijp u heel goed maar…’ en dat maar begon alle begrip uit te gummen. Ik zag het vervagen, net zolang tot het uiteindelijk was verdwenen. 
Het gevoel van machteloosheid  wordt nog versterkt door het feit dat Ad van Liempt, maker van veel boeken en televisieprogramma’s over de Tweede Wereldoorlog, blijkt te hebben meegelezen bij het schrijven van Oorlogsouders. Bij de presentatie van het boek heeft hij het eerste exemplaar in ontvangst mogen nemen. Op het omslag staat een wervende zin waarin hij het hoge niveau van het boek prijst. Blijkbaar heeft Van Liempt het besmette taalgebruik (Polak geeft er veel voorbeelden van) en de antisemitische passages  in Oorlogsouders helemaal niet opgemerkt en dat terwijl er in 2011 onder zijn redactie een boek is verschenen waarin beschreven wordt hoe de vader van Chaja Polak werd gemarteld door Krom.

Terwijl Oorlogsouders herdrukken beleeft en weerklank vindt bij recensenten en redacties van radio- en televisieprogramma’s probeert Chaja Polak te doorgronden waarom Isabel van Boetzelaer zoveel succes oogst. Ze wijst op een huidige tendens die uitstijgt boven wat haar persoonlijk in de oorlog is overkomen. Er is een verlangen naar een ander soort feiten, een verlangen om begrip op te brengen voor daders. Daarin heeft ze ongetwijfeld gelijk: vijfentwintig jaar geleden zou niemand het verhaal van een SS’er en rechercheur van de Sicherheitspolizei die geen hekel heeft aan Joden serieus hebben genomen. Kennelijk is er iets veranderd waardoor Isabel van Boetzelaer geloofd wordt wanneer ze een boek schrijft waarin daders worden voorgesteld als slachtoffers en een overtuigd antisemiet kan veranderen in een man die geen hekel heeft aan Joden. 

In een huiveringwekkende passage waarin Polak zich probeert voor te stellen hoe Isabel van Boetzelaer door haar ouders met leugens moet zijn grootgebracht wordt deze omkering weer tenietgedaan met gebruikmaking van attributen die zonder twijfel hebben bijgedragen aan het succes van Oorlogsouders: een statige salon, tapijten en parket, portretten van voorvaderen en een park.  Maar Chaja Polak gebruikt niet alleen literaire middelen om de scheefgetrokken werkelijkheid weer in evenwicht te brengen. Zo raadpleegt ze het dossier over Willem van Boetzelaer in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging en stelt vast dat Isabel daar uiterst selectief uit heeft geput.  Er volgen vele citaten die een heel andere Willem van Boetzelaer laten zien dan de door innerlijke twijfel verscheurde figuur die zijn dochter ons op basis van hetzelfde dossier heeft voorgezet.  

Chaja Polak heeft met De man die geen hekel had aan Joden iets rechtgezet, zowel literair als historisch, maar toch blijft er iets knagen. Hoewel Oorlogsouders ontmaskerd is, ontbreekt een gedegen zelfonderzoek van de personen die het boek begeleid en geprezen hebben. Het zou Ad van Liempt daarom sieren als hij een artikel zou schrijven waarin hij vertelt hoe het mogelijk is geweest dat hij zich door Isabel van Boetzelaers boek heeft laten bedwelmen. De paar korte uitspraken die we tot nu toe van hem in de media hebben vernomen voldoen eenvoudigweg niet. Ook van Alexander Münninghoff, wiens veelgelezen De stamhouder een inspiratiebron lijkt te zijn geweest voor Isabel van Boetzelaer, mag verwacht worden dat hij in het openbaar verklaart waarom hij een verwerpelijk boek als Oorlogsouders heeft geprezen.  En wat te denken van Aad Wagenaar die de redactie van het boek verzorgde, of van Gerard Aalders en Sytze van der Zee die met adviezen betrokken waren bij een herziene versie van het boek waarin besmet taalgebruik en antisemitische passages zijn gehandhaafd? 

De man die geen hekel had aan Joden roept vragen op, belangrijke vragen die gedegen antwoorden verdienen. Hopelijk laten ze niet te lang op zich wachten en zullen ze inzichten opleveren waarmee  een herhaling van de fouten in de toekomst kan worden voorkomen. Het is meer dan nodig. 

Chaja Polak
De man die geen hekel had aan Joden
Een botsing met het verleden

142 bladzijden
Uitgeverij Atlas Contact 2018

1 opmerking:

  1. zelf heb ik bemerkt om gemakkelijk men leugens kan verzinnen, ze geloven er zelf bijna in. en het gaat zeer hartstochelijk. het doel ervan is wel dat men de joden op een verdachtenbankje plaatst. hoe dan ook, daar is men de laatste jaren zeer royaal mee. verder bemerk ik het bagatiliseren van hetgeen er in de oorlog gebeurd is, oh de nsb waren echt heel goed voor de joden uitspraken als deze hoor ik nu regelmatig, natuurlijk geef ik flink tegengas. met gevolg dat ik ze minder in mijn buurt bemerk. veel ontkennen. of afschuiven op een ander. dus geen verantwoordelijkheid nemen hoort er dan bij. ,,

    BeantwoordenVerwijderen