Van binnen is alles stuk van Simon Hammelburg is net als zijn korte roman Het voorgesprek een vlot geschreven boek. De personages in deze lange roman zijn goedgebekt en hebben gevoel voor humor, maar achter de grappen en ironie gaat een groot verdriet schuil. Eigenlijk is het verbazend dat ze zo over de verschrikkingen in hun leven kunnen praten.
Het verhaal wordt verteld door een Joodse man die na de Tweede Wereldoorlog is geboren. Zijn beide ouders verloren hun familie. De sfeer in het gezin was slecht.
Mijn ouders, mijn broer en ik hadden eigenlijk nooit een familie gevormd. Iedereen leefde in zijn eigen wereld, met verschillende gedachten, opvattingen en herinneringen.
Zijn moeder leed aan hysterische woedeaanvallen waarbij hij mishandeld werd. Zijn vader trok zich terug in zijn eigen wereldje en had over iedereen een negatief oordeel. Toch kan de verteller, eenmaal volwassen geworden, er niet boos om worden.
Aan de buitenkant hebben zij de Holocaust overleefd, van binnen is bijna alles stuk en dat merk je dan weer aan de buitenkant. Niet erg aangenaam, maar er is niets aan te doen. Je moet het accepteren of niet. Ik ben niet boos op hen, maar op Adolf Hitler. Die neemt helaas geen klachten meer in ontvangst.