maandag 25 juli 2016

En liefde in mindere mate - Doeschka Meijsing














Toen ik las dat de dagboeken van Doeschka Meijsing gepubliceerd zouden worden, was ik meteen enthousiast. Meijsing werkte enige jaren bij Vrij Nederland en de geschiedenis van dat weekblad heeft mijn belangstelling. Ik leeg ook graag literaire anekdoten en portretten van auteurs en uitgevers. Sommige schrijversdagboeken bevatten veel van dergelijk materiaal. En liefde in mindere mate helaas niet. Toch heb ik het boek van begin tot eind geboeid gelezen. 

Doeschka Meijsing begint haar dagboek bij te houden als ze veertien jaar oud is. Als ze achttien is schrijft ze op wat het doel is van haar notities: 
Op een gegeven moment zal ik te oud zijn om nog iets nieuws te kunnen beleven. Dan ben ik een oude vrouw met enkel nog haar paradijs van herinneringen. Ik wil dan terugkijken op mijn leven en weten dat ik geleefd heb. Mijn hele leven zal ik dagboeken schrijven voor die lieve oude vrouw.
Tien jaar later is de stemming aanzienlijk gezakt: Meijsing noemt haar dagboek inmiddels een ‘klaagschrift’, een ‘monotone zang van de eenzaamheid van mijn ziel’. Wat is er gebeurd? In november 1979 komt ze tot een zelfdiagnose: narcisme. Ze heeft het idee dat ze het contact met haar ware zelf heeft verloren:
Ik ben zo weinig autonoom. Alles wat ik doe is bedoeld om anderen van mijn grootheid te overtuigen, of om mijn kleinheid te verbergen. Moedeloos word ik ervan.

vrijdag 1 juli 2016

De gouden jaren van het linkse levensgevoel - John Jansen van Galen














In augustus 2015 bestond Vrij Nederland vijfenzeventig jaar en dat moest gevierd worden met een boek over de geschiedenis van het opinieweekblad. John Jansen van Galen kreeg de opdracht om het boek te schrijven, maar de deadline werd niet gehaald: het beschikbare archiefmateriaal was daar te omvangrijk voor. Het is een goede beslissing geweest om de opdracht te geven aan een journalist die onderhoudend kan schrijven. Een hoogleraar ‘mediastudies’ had er waarschijnlijk een gortdroog relaas van gemaakt. Jansen van Galen hanteert, geheel in de geest van zijn onderwerp, een journalistieke stijl en citeert voortdurend uit gesprekken die hij heeft gevoerd met betrokkenen. Ik kreeg daardoor regelmatig de aangename indruk dat ik naar een radiodocumentaire zat te luisteren. Mijn aandacht verslapte nergens en naar het einde toe werd het boek steeds leuker om te lezen.

Jansen van Galen concentreert zich in De gouden jaren van het linkse levensgevoel op de jaren zestig en zeventig, de periode waarin Vrij Nederland een hoge oplage haalt. De voorgeschiedenis wordt kort samengevat en het boek eindigt in 1986 als VN in een budgettaire en redactionele crisis verkeert. Het linkse levensgevoel blijkt terugkijkend vooral een zelfverzekerd gevoel te zijn geweest: wat wisten die mensen het allemaal zeker! Ik ben blijkbaar niet de enige die er zo over denkt, want een VN-medewerkster schrikt bij het terugzien van oude jaargangen van de stelligheid die ze daarin aantreft: ‘Voor een lezer van nu moet dat wel pure ideologie zijn, terwijl het dat toch niet was.’ Maar wat was het dan wel?